Druk op enter om de resultaten te tonen of ESC om te annuleren.

Montsegur Katharen Minervois

Katharen en katharisme

Rond het jaar 1000 zit de katholieke kerk in een crisis. Van alle kanten komt er kritiek op de machtswellust en rijkdom die de kerk tentoonspreidt. Men wil terug naar een zuiverder christendom. Een aantal gestructureerde en minder gestructureerde geloofsgemeenschappen voldoet aan deze wens. Dit vormt een grote bedreiging voor de gevestigde kerk. Deze geloofsgemeenschappen worden opgenomen in de katholieke kerk om die snel groeiende tendens te stoppen, een voorbeeld hiervan is de Fransciscanen. Een aantal groepen wordt officieel tot ketter gemaakt en langzaam steeds structureler aangevallen. Een van deze groepen is de katharen.

Bogomielse geloofsgemeenschap

De katharen komen voort uit de Bogomielse geloofsgemeenschap, die vooral voorkwam in de Balkan. Bij de katharen zien we veel van hun leerstellingen terug (b.v de dualistische leerstelling). De aanhangers van de Bogomielen beweren dat hun religie teruggaat tot de leerstellingen van de apostelen welke gedurende eeuwen in het geheim zijn overgedragen. Dat deze stelling juist zou kunnen zijn bewijzen de geschriften die gevonden zijn bij Nag Hammadi, die laten zien dat gnostiek onder de eerste christenen al leefde.

Het katharisme heeft zich vanuit de Balkan omstreeks de 11e eeuw over een groot deel van Europa verspreid. Hierbij moeten we denken aan de champagne- streek, het Rijnland, Milaan en de Languedoc-Roussillon (maar ook b.v. in Utrecht!).

Katharen en Languedoc-Roussillon

De Languedoc-Roussillon is wel de belangrijkste streek geweest in de groei van de kathaarse geloofgemeenschap. In deze voor de Middeleeuwen open samenleving kwam het kathaarse geloof tot bloei. Je zou kunnen zeggen dat deze “zuivere christelijke leer” precies op de juiste plaats en tijd arriveerde. De adel en het landbezit waren in de Languedoc-Roussillon ver gefeodaliseerd, waardoor de greep van de koning op het land uiterst gering was. De mensen zelf hebben hun buik vol van de volgevreten geestelijkheid die vaak zelf niet eens kon lezen en een ongekende rijkdom bezat. Een grotere tegenstelling tussen deze katholieke geestelijken en de katharen kon er bijna niet bestaan. De katharen leefden wel in armoede en zuiverheid en vormden hierdoor een groot voorbeeld voor de lokale bevolking.

Toch waren de katharen christenen en noemden zij zichzelf ook “vrienden van God” of “goede christenen”. Het heilige boek van de katharen was het Nieuwe Testament en hun gebed het Onze Vader. De wijze waarop de katharen de bijbel en geschriften interpreteerden was echter onverenigbaar met de katholieke kerk. De katharen geloofden niet in de aanwezigheid van Christus, in de hostie, of in de eucharistie. Verder verwierpen zij alle sacramenten zoals de doop en het huwelijk.
Eén van de grote verschillen tussen de katholieken en de de katharen was de dualistische geloofsleer die de katharen aanhingen. Zij geloofden in twee goden en dus twee tegenovergestelde werkelijkheden. Enerzijds was er de geestelijke, onzichtbare en eeuwige werkelijkheid: Het koninkrijk van de goede God.

Anderzijds was er de zichtbare wereld, een geheel van materiële en tijdelijke werkelijkheid, voorbijgaand dus, voorbestemd tot verderf en vernietiging. In deze wereld openbaart zich het kwaad, we leven in haat, afgunst, tijd en materie. Ons lichaam gaat dood en ondergaat langzame aftakeling. Toch is er een weg naar het licht. Ieder mens heeft nog een stukje ‘licht’ van zijn goddelijke oorsprong in zich. Alleen zijn de mensen dit ‘licht’ vergeten in de wereld van materie en tijd. De mensen moeten zich weer bewust worden van hun Goddelijke oorsprong. Alleen op deze manier kunnen zij de echte Goddelijke wereld bereiken, gebeurt dit niet dan zullen zij weer reïncarneren, totdat zij zich bewust worden van het ‘licht’ en zij kunnen ontsnappen aan de kerker, die het lichaam heet. In dit bewustwordingsproces kunnen ze geholpen worden door de kathaarse geestelijken.

Deze geestelijken worden over het algemeen parfait(e)s genoemd. Parfait(e) betekent voltooid of volmaakt. Zo noemden zij zichzelf echter niet, de Inquisitie gaf deze naam aan de kathaarse geestelijken (heriticus perfectus). Zelf noemden zij zich liever vrienden van God. Deze parfaits hadden het enige sacrament van de katharen al ontvangen: het consolamentum (vertroosting). Dit consolamentum is het enige middel om aan de gevangenis van het lichaam te ontsnappen. Nadat je dit sacrament ontvangen hebt wordt je een parfait en ben je verplicht om je aan de heel stricte regels van het geloof te houden. Dit hield onder andere in: geen sex, geen voedsel dat uit sex voortkomt (geen vlees), geen zuivelproducten, geen bezit, geen mensen of dieren schaden, werken voor eigen onderhoud, niet zweren enz.
Deze regels waren zo streng dat ze niet door elke gewone gelovige (credentes) kunnen worden nageleefd. Gewone gelovigen kregen het consolamentum daarom vaak pas op hun sterfbed. Bleven zij hierna toch leven dan moeten zij zich in principe aan de geloofsregels houden en leven als een parfait.

Eén van de andere grote verschillen tussen het katholieke en het kathaarse geloof is de beoordeling van de vrouw. Voor de katharen waren alle zielen gelijk en zijn man en vrouw dus gelijkwaardig aan elkaar. Zij kunnen beide de status van parfait bereiken en voorgaan bij religieuze bijeenkomsten. Dit was iets wat de katholieke kerk diep schokte en onaanvaardbaar achtte (en wat orthodoxe kringen vaak nog steeds onaanvaardbaar geacht wordt).

De parfaits trokken al predikend door het land en werkten bij boeren en gelovigen in ruil voor voedsel en onderdak. Terwijl ze door het land trokken, hielden ze vele diensten op marktpleinen of gewoon bij mensen thuis. De kerk van de katharen is er één die, in tegenstelling tot de katholieke kerk, erg dicht bij de gelovigen stond. De kathaarse kerk kende geen hiërachie, heeft geen gebouwen en gronden, geen wereldlijke macht en oefent geen sociale of fiscale controle uit. Hun populariteit bij de heren en lokale gelovigen hadden ze voor een deel aan deze standpunten te danken.

De kruistocht tegen de ketterse mede-christenen

De kerk zag het gevaar van deze ketterse beweging wel degelijk in, maar kon in de 12e eeuw nog vrij weinig tegen de katharen beginnen. Wel werd hun leer veroordeeld en werden incidenteel ketters berecht. Tijdens een aantal conferenties in de late 12e en begin 13e eeuw ging een aantal katholieke priesters in debat met de katharen om hen zo hun ongelijk te laten inzien en ze terug te brengen tot het “ware geloof”. Dit waren felle debatten waar vaak bekende katholieke geestelijken aan deelnamen. Bij een van deze debatten was zelfs de latere “heilige” Dominicus aanwezig, stichter van de Dominicaner orde, die de katharen nog zou gaan bestrijden met de Inquisitie. Maar ondanks al dit theologische geweld werden de katharen niet bekeerd. De paus zat erg in zijn maag met dit stukje ketters land waar hij de macht over de bevolking en de machthebbers had verloren.

Nadat de pauselijke legaat Pierre Castelnau onder mysterieuze omstandigheden wordt vermoord, geeft de paus de ongehoorzame Raymond VI van Toulouse de schuld. Deze Raymond en zijn vader Raymond V hebben eerdere waarschuwingen over de gevaarlijke spreiding van het katharisme in hun gebied in de wind geslagen. De paus vindt het tijd om met geweld op te treden. Paus Innocentius III roept in 1208 een kruistocht uit tegen de katharen. Na veel geruzie met de Franse koning, die officieel de feodale opperheer van Toulouse is, mag de paus aan zijn kruistocht beginnen. Leider van deze moorddadige kruistochten is Simon de Montfort: een noordelijke heer die niet bekend staat om zijn zachtzinnigheid. Het is onmogelijk om in deze korte tekst de gehele kruistocht te bespreken, want deze bestond zoals bijna altijd in de middeleeuwen uit vele belegeringen en kleine gevechtjes. Daarom zal ik nu in vogelvlucht alleen de opmerkelijkste gebeurtenissen vermelden:

Opmerkelijke gebeurtenissen gedurende het Katharisme

  • 1209: 12 juli Béziers wordt door de kruisvaders geplunderd, uitgemoord en in brand gestoken. Hierbij komen naar zeer globale schatting ongeveer 20.000 mensen om. In deze moordpartij vroeg een ridder aan abt Arnaud Amaury, ”Hoe kan je een ketter van een katholiek onderscheiden? Arnaud Amaury antwoordde met de bekende woorden: “Dood ze allemaal God zal de zijne wel herkennen”.
  • 1210, 22 juli: Minerve ingenomen, 140 katharen worden verbrand op een brandstapel net buiten de stad.
  • 1210, 23 nov.: Bram veroverd; 100 burgers worden verminkt. Omdat de dorpelingen de poort voor Simon de Montfort hebben dichtgehouden, laat hij 100 dorpelingen oppakken. Bij 99 dorpelingen worden de ogen uitgestoken en de neus en bovenlippen afgesneden. 1 dorpeling mag één oog houden om de andere naar Cabaret te leiden en ze daar te laten zien wat er gebeurt als ze daar de poort dichthouden.
  • 1218, 24 juni: Simon de Montfort sterft voor Toulouse.
  • 1229, 12 april: begin van de bisschoppelijke inquisitie in de Lanquedoc.
  • 1232: Montségur wordt de zetel van de kathaarse kerk.
  • 1243, 13 mei: begin van het beleg van Montségur.
  • 1244, 16 maart: overgave Montségur, ruim 200 katharen verbrand.

De val van Montségur wordt vaak als de val van het katharisme aangewezen, dit is echter niet juist. Ook na de val van Montségur bleef het katharisme actief bestaan in de Languedoc-Roussillon. Maar vanaf 12 april 1229 begon de Inquisitie met stelselmatige terreur en ondervraging van de bevolking. Hele dorpen werden uitgekamd en iedereen verried en beschuldigde iedereen. Op deze stelselmatige manier werd het katharisme langzaam maar zeker steeds meer verbannen uit leven van de mensen in de Languedoc-Roussillon.

De Inquisitie werd geleid door de Dominicaner orde, die na Dominicus opgericht was als bedelorde om de katharen op gelijk niveau te kunnen bestrijden. Zij vluchtten echter in opdracht van de kerk in de vernietiging en haat, die de katharen al die jaren zo vurig bestreden hebben. Pas in 1321 werd de laatste kathaar Guilhem Bélibaste in Villerouge- Termenès verbrand. Hiermee was een einde gekomen aan het actieve kathaarse geloof ofschoon het nog in vele harten brandde en ook nu nog brandt.

Bronnen, boeken en geschriften over de katharen

  • Alders, Hanny, In het spoor van de katharen (1999).
    Leuk reisboek over een reis van de auteur door de Languedoc-Roussillon. Hierin staan veel leuke feitjes en weetjes over de kastelen en dorpen van de katharen.
  • Wellinghof, Karel, Montségur, burcht van de vrede (Tilburg 1999).
    Zeer slecht geschreven roman over de katharen. Dat dit boek ooit is uitgegeven mag een schande genoemd worden.
  • Le Roy ladurie, Emmanuel, Montaillou, village occitan de 1294 à 1324 (1975). ( Ned vert. Montaillou, een ketters dorp in de Pyreneeën 1294 – 1324 (1984)).
    Bij elke (aankomende) historicus natuurlijk bekend als een van de representatieve boeken van de derde generatie van de Annales school. Hij probeert de boeren zelf te laten spreken met behulp van de inquisitie verslagen van Jacques Fournier (bisschop van Pamiers later bevorderd tot paus Benedictus XII). Een duidelijk voorbeeld van een totale geschiedenis van een samenleving met een sterke nadruk op mentale aspecten.
  • Gadal, Antoine, Het erfgoed der katharen (Haarlem 1986).
    Zeer moeizaam geschreven boek, maar voor liefhebbers erg informatief. Gadal is een van de eerste mensen die systematisch onderzoek naar de katharen heeft gedaan. Gadal is veel bezig geweest met de raadselachtige mythe die een verband schetst van de katharen met de graal.
  • ‘Montsegur: gnosis, gnostiek en de katharen’ , Bram Moerland, Uitg. Mirananda, ISBN 90 6271 820 5
  • Internet: